SCHOOLFOTO/GROEPSTEKENING (1969)

We kennen ze allemaal: de klassieke school- en klasfoto’s. Ze maken deel uit van ons persoonlijk verleden en behoren tot onze visuele biografie. We bewaren ze in familiealbums, naast andere beelden van zogenaamde sleutelmomenten uit ons leven (geboorte-, communie-, trouwfoto’s, …). Als documenten van een subjectieve gebeurtenis hebben we er automatisch een emotionele band mee. En toch is dat merkwaardig. Want met hun voorgeschreven dramaturgie – per klasje in trapsgewijze rijen gerangschikt, het generische decor van speelplaats of turnzaal – vertellen traditionele schoolfoto’s weinig tot niets over onze reële, individuele of dagelijkse jeugdervaringen, laat staan over intermenselijke relaties of groepsdynamieken. Ingesleten visuele en sociale codes construeren een inwisselbaar beeld van een unieke herinnering die vervolgens tot herinnering van velen verwatert. Zulke gedicteerde foto’s behoren tot wat Jef Geys een ‘correcte’ beeldvorm zou noemen, die op een bestudeerde manier binnen een ‘correcte’ (of is het ‘corrigerende’?) strategie historisch tot stand is gekomen en alsmaar herhaald wordt. Herhaling creëert gewoonte, een gevoel van herkenning maar ook van déjà-vu, wat uitmondt in een soort geaccepteerde verveling, aldus Geys.

Van deze geaccepteerde verveling valt niets te merken in zijn eigen versie van een schoolfoto. In 1969 neemt Geys het initiatief om de hele gemeenschap van de Balense Gemeenteschool, waar hij gedurende dertig jaar lesgeeft, in één beeld vast te leggen. Hij regisseert het groepsportret vanop de top van een grote zandheuvel achter het schoolgebouw. Wie de opname maakt, is niet geweten. Het kan alvast Geys zelf niet zijn want die staat ook op de foto, onopvallend tussen de scholieren. In het vastgelegde ‘overzicht’ is geen doordacht systeem te herkennen. De wanordelijke groep brokkelt uiteen in verschillende kijkrichtingen, middelpunten en concentraties. Bovendien bewerkt Geys de foto door er ingrepen op te doen: hij knipt fragmenten uit, isoleert negatieve vormen, verbindt elementen door er lijnen tussen te trekken, omcirkelt bepaalde details. Enkele van de gemanipuleerde resultaten plaatst hij vervolgens in diverse publicaties onder de titel Groepstekening.

Als uitgangspunt voor dit project geeft Geys aan dat hij patronen van mensen die in groep handelen visueel wil vastleggen en omlijnen om te weten te komen wat hen samenhoudt. Maar welke conclusies er aan dit onderzoek te verbinden vallen, laat hij in het midden. Op verschillende vlakken compliceert het werk de vraagstelling eerder dan dat ze die verheldert. Want wat brengt deze foto/tekening eigenlijk in kaart? Hoe communiceert de groep dit als collectieve vorm? Waarop duiden de manuele ingrepen? Is het werk een artistieke of sociale interventie, of beide? Moeten we het lezen als foto of tekening? Studieobject of kunstwerk? In termen van lijn, volume, patroon, beweging? Ook belangrijk: wie is nu de eigenlijke auteur van dit beeld? En waar eindigt ‘de artiest’ Jef Geys en begint ‘de leraar’ Jef Geys (en omgekeerd) in dit werk?

Het zijn bedenkingen die - in variërende mate - te enten zijn op heel zijn oeuvre. In een voortdurende kruising van artistieke gebaren met triviale, affectieve en sociale handelingen verzet Jef Geys zich in zijn praktijk tegen elke vorm van classificering en eenduidigheid. Kunst begint bij hem met een zekere uitnodiging of irritatie om kritisch om te gaan met wat we als vanzelfsprekend ervaren. Door op een eenvoudige maar spitsvondige manier in te grijpen in herkenbare waardenpatronen toont hij aan hoe geconditioneerd we zijn in ons kijken en in verwachtingen van wat kunst (maken) kan en moet zijn om enige autoriteit te hebben.

Al deze aspecten zitten ook schijnbaar spontaan en organisch vervat in Schoolfoto/Groepstekening. Zoals de titel aangeeft is het project een collectief gegeven met een hybride vorm (schoolfoto maar ook groepstekening) die openblijft voor interpretatie. De scholieren nemen actief deel aan het artistieke gebeuren. De kunstenaar Jef Geys is óók de onderwijzer Jef Geys uit Balen, die zijn omgeving nodig heeft om het werk te belichamen. Kunst en de rommelige alledaagsheid zijn nu eenmaal verknoopt met elkaar. En ondanks verwoede pogingen (verbanden leggen, details uitlichten) laat de onvoorspelbaarheid van het (groeps)leven zich niet bedwingen, althans, je kan er weinig rechtlijnige conclusies uit trekken. Geys doet ons nadenken over hoe vorm ook een soort van identificatie is. Hij onderstreept hoe structuren een communicatielijn maar ook ruis leggen tussen vorm en inhoud, en welke codes er met betekenisgeving verweven zijn. Want enkel in het uiteenvallen van het systeem kunnen we dat systeem herkennen. En dat gebeurt nu net zo treffend in Schoolfoto/groepstekening: vanuit de veronderstelde ‘déjà-vu’ stoot ons verkalkt kijken op een ‘jamais vu’, waar wat we menen te weten over norm en vorm geen steek meer houdt.

 

 

 

 

 

Previous
Previous

Agents of Concern: Images and Empathy (2024)

Next
Next

Bram Van Stappen - Ratio (2022)